
Valpolicella was de eerste stop op onze langere tocht door Italië, een route die we de komende jaren stap voor stap afleggen om domeinen en wijnen te vinden die het gouden randje verdienen. Na onze rebranding van Astoria Bubbels naar Bella d’Oro Wine wilden we niet achter een proeftafel in Nederland besluiten, maar in de valleien zelf: voeten in de aarde en wijngaard, glas aan de bron, notities in het veld.
Tussen het kalkrijke Monti Lessini-massief en de milde invloed van het Gardameer liggen de Valpolicella-valleien als vingers in het landschap (Negrar, Marano, Fumane, Valpantena, Illasi/Mezzane). Koele nachten, veel licht en ventilatie houden de wijnen levendig. Het verklaart waarom Valpolicella zo’n familie van stijlen kan dragen. Van puur fris rood tot monumentaal, zonder zijn herkenbare ruggengraat te verliezen.
Ons avontuur begon bij Massimago, een heerlijk wijnhuis met jonge wijnmakers die een eigenzinnige, maar zeker herkenbare wijnen uit Valpolicella maken. Zij hebben ons goed ingelicht over het gebied en de verschillen die we zouden gaan proeven. Massimago ligt aan de meest rechterkant van het Valpolicella gebied in Mezzane, daardoor krijgen hun wijnen een ander karakter dan de wijnen dicht van het Gardameer zoals de wijnen van Quintarelli. Dat was voor ons een mooie eye opener. Het gebied heeft drie kenmerkende wijn soorten.
Dit is precies wat wij zochten: een regio waar herkomst boven recept staat. We proefden meerdere flights bij verschillende producenten.

Heldere, robijnrode wijnen met een rode-kersenprofiel en vaak een subtiele florale toon. De zuren zijn de spil; tannines fijnkorrelig. De betere Superiore laat net wat meer extract en lengte zien zonder zwaarder te worden. We merkten hoe bodem en hoogte doorslaggevend zijn: kalk geeft spanning, iets meer klei brengt ronding.
De valkuil is zoetindruk en logheid; de pareltjes ontwijken dat. Goede Ripasso voelt kruidig en dieper, met gedroogde kers en cacaoaccenten, maar blijft fris door strakke zuren en gecontroleerd houtgebruik (vaak tonneaux of grote foeders). De textuur is waar het om draait: meer greep, niet meer suiker.
Hier staat balans centraal. We proefden zowel breed en warm als koel en gefocust. De stijl die bij ons past: droge finale, bittertje van cacao/kersepit, gedoseerd hout, alcohol in toom. Zulk glaswerk is niet bedoeld om te imponeren, maar om te blijven drinken, slok na slok, zonder vermoeid te raken.
Corvina levert vaak de kersachtige kern en het fleurige karakter, Corvinone voegt schouder en kruiden toe, Rondinella rondt af. In blends zagen we een verschuiving: wat minder houtsignatuur, meer focus op fruit, spanning en textuur. Ook interessant: de opkomst van single-vineyard-benaderingen waarbij perceel, expositie en hoogte expliciet worden benoemd—exact het soort transparantie waar wij van houden.
We hebben verschillende producenten bezocht die biologisch (of in conversie) werken en die in de kelder maat houden: spontaan waar zinvol, temperatuurcontrole waar nodig, hout als instrument en niet als doel. Geen gimmicks, geen cosmetische tannines, maar vakmanschap en terroir.
Voor ons is dit belangrijk omdat we met Bella d’Oro drie lijnen bouwen:
Valpolicella zal in alle drie een rol kunnen spelen: een frisse Valpolicella voor Classico, een gecontroleerde Ripasso voor Riserva en een Amarone met precisie voor Oro—mits de cuvée voldoet aan onze selectiecriteria.
We dronken Valpolicella (Classico) gekoeld op 14–15 °C en zagen hoe het kersenfruit dan absoluut zingt. Ripasso leeft op 16–18 °C, liefst in breed glas om de kruidigheid open te vouwen. Amarone is geen temperatuurwedstrijd: 18 °C en rustig karafferen is vaak genoeg. Bewaarvensters variëren uiteraard per wijn, maar algemene indicatie die we in huis aanhouden:
Onze reis bevestigde drie keuzes die we bij de rebranding hebben gemaakt:
Wat Valpolicella voor ons bijzonder maakte, was het contrast tussen de luchtige heuvels en de serieuze structuur in het glas. Het is een gebied dat gemakkelijk misbegrepen wordt door enkel op techniek (ripasso/appassimento) te focussen, terwijl de echte sleutel in klimaat, hoogte en kalk ligt. Dit bezoek was het begin—de volgende reizen voeren ons naar Toscane, Piemonte, Puglia en verder. Steeds met hetzelfde doel: wijnen vinden die zuiver vertellen waar ze vandaan komen, zodat wij ze met overtuiging kunnen aanbevelen.
—
Niels & Yvonne